woensdag 15 juni 2016

Bijzonder

Nina is nu op kamp met SKOV zomerzotheid.
Een zeilkamp voor kinderen met kanker en ze heeft het erg naar haar zin, voor zover ik weet.
Dat gun ik haar ontzettend, ze heeft deze opsteker echt verdiend!
Het zal wel een contrast zijn.
De drukte daar op het zeilkamp en de vreemde stilte in de huizen van de ouders van al die kinderen.
Zo'n stilte die extra opvalt omdat het zo hectisch is geweest de afgelopen maanden. De intensieve zorg, de heftige onverwachte opnames, de heen en weer slingerende emoties en vooral het steeds maar dóórgaan en het verleggen van grenzen.

Gek, maar ik moet steeds denken aan papa's en mama's die hun kindje moesten loslaten in deze strijd.
Ik krijg er tranen van in mijn ogen. De strijd, onzekerheid en zorgen.
Wachten op uitslagen en hopen dat de behandeling goed aanslaat. Het leed willen verzachten voor je kind, maar tegelijktijd willen blijven opvoeden omdat je gelooft in genezing.
Maar ook de euforie wanneer het door stabiliteit even lijkt alsof er niks aan de hand is.
En dan de stilte..

Deze papa's en mama's komen natuurlijk óók overal spullen tegen van hun kind.
Een sok, een stukje speelgoed wat nog onder de bank vandaan komt (ooh, dáár is dat puzzelstukje), een winterjas die wel naar zolder kan eigenlijk.
Een dagboek, medicijnlijsten, schoolboeken, verstopt snoep en uitgevallen haren in een kussensloop.

Ik heb het enorme geluk dat ik kan uitkijken naar aanstaande zaterdag, dan mag ik Nina weer ophalen.
En daarvoor ben ik zó dankbaar..!
Kon iedereen met een gezond kind ook maar zo dankbaar zijn. Zo intens genieten van elk momentje sámen omdat het eigenlijk heel bijzonder is.
Gek genoeg lijkt het alsof je eerst de kwetsbaarheid van het leven moet opmerken om dat te beseffen.
Zucht!
Misschien heb ik ook gewoon teveel tijd om na te denken nu... maar ik voel me intens gelukkig en bevoorrecht terwijl ik, toen Nina nog gezond was, nooit zou denken dat ik me ooit gelukkig zou kunnen voelen als mijn kind kanker zou hebben.

Jeetje, ik ga een glas wijn schenken.



dinsdag 14 juni 2016

Het is in elk geval nooit saai

Vroeger, dat wil zeggen toen ik 17 was, vond ik het doordeweekse leven maar saai. Daarom begon mijn weekend steevast op donderdagmiddag. Ongeacht of ik vrijdag nog ergens moest verschijnen. En weekend betekende: de kroeg in! Bandjes kijken, achter de bar bij de Bat Cave en op maandagmiddag ontwaken om eventueel nog even naar school te gaan voordat het weer donderdag was.
Toen ik 22 was werd Max geboren en sindsdien is mijn leven allesbehalve saai. Of het nu weekend is of niet. Heel vreemd want destijds verwachtte ik heel naïef dat een leven met kinderen vooral een leven van Rust, Reinheid en Regelmaat was.
Maar die 3 'erren' komen echt niet aanwaaien zodra je bevallen bent, integendeel.
Goed, daarna kwam Nina en 5 jaar later leerde ik Tycho kennen (de overtreffende trap van niet-saai). Als klap op de vuurpijl: Olivier, de maizena van ons sausgezin.
We verhuisden en verhuisden weer terug, we verloren dierbaren en soms onszelf even. En saai is het nog altijd niet, al ben ik wel eens nieuwsgierig hoe dat zou zijn.


Dinsdag:
Nina en ik zijn bij de haarstudio voor onderhoud van haar haarwerk. En er viel nogal wat te onderhouden, zo'n 2,5 uur werk in totaal.
Het resultaat mag er wezen, er zitten zelfs vlechten in!
Het haarwerk zit prachtig en Nina zit weer selfie-makend naast me in de auto terug naar huis.
Ik ben hierdoor echter wel te laat om Olivier uit school te halen. Gelukkig vangt Stefan hem op. Dat is de papa van Oliviers vriendje Lex en inmiddels tevens een goede vriend.

Omdat ik nog naar mijn werk moet voor een gesprek, komt mijn vriendin Anja -van HEEL lang geleden- helpen. We hebben elkaar al járen niet gezien. Wel gevolgd via sociale media.
Ik kom vanuit de haarstudio ons huis binnen rennen, tegelijk met Anja. Olivier is nog bij Stefan, Tycho zou er niet zijn (daarom kwam Anja) maar komt opeens toch binnenlopen, Nina is moe maar wil gaan zwemmen en heeft al geregeld dat ze zo opgehaald wordt en ik moet binnen 5 min. weg.
Ik stap in mijn auto na het gesprek op mijn werk, waar ik met mijn leidinggevende heb besloten voorlopig op kantoor te gaan werken, en mijn telefoon gaat.
"Hallo, met de afdeling oncologie van het Sophia kinderziekenhuis. Nina mag zich vrijdag om 08.00 melden voor de punctie onder narcose en aansluitend krijgt ze de MTX chemo. Als het meezit, kan ze daarna direct door naar het oncologisch kindervakantie kamp!" Wauw wat fijn! In plaats van dinsdag naar Breda, moet ze dus vrijdag naar Rotterdam. Dan kan ze op kamp!
Ik krijg het wel wat benauwd omdat dit qua planning weer een hele toestand wordt. Maar goed, dit gaat natuurlijk vóór alles. Ik regel wel wat.
Thuis is het inmiddels gezellig. Iedereen is er weer en ik klets bij met Anja. Haar man Jules komt ook en we barbequen in de regen, super!
Op donderdag moet Nina naar Breda, dat was ik even vergeten in alle ophef. Een bloedonderzoek moet uitwijzen of Nina die chemo überhaupt wel mag hebben. Mijn allereerste schoonouders Jan en Marij zouden komen oppassen met hun kleinkind Jamie (zo lief!), maar dat gaat nu niet door. Ik ga die dag werken en mijn ouders nemen deze taak op zich.

Donderdag:
Ik heb gewerkt. Intensieve gesprekken met cliënten, bewindvoerders en gemeente. Met mijn hoofd zit ik elders en ik ben moe. Ik zit steeds te gapen en ik moet me inhouden om tijdens die gesprekken niet in huilen uit te barsten.
Nina moet morgen (vrijdag) uiterlijk om 8.30 in Rotterdam zijn en ik besef dat ik geen opvang voor Olivier kan organiseren. Nina moet om 7.00 weg van huis. Tycho is dan al in (of onderweg naar) Texel voor werk. Cees heeft het druk met een nieuw project en mijn moeder wil mee naar Rotterdam maar rijdt niet graag op de snelweg in de spits.
's Avonds ben ik de paniek nabij omdat mijn hoofd niet meer meewerkt en ik bel Marion (Nina's tante).
Huilend vertel ik dat ik me even geen raad meer weet. Hoe moet dat nou morgen?
Ze stelt me gerust en zegt 'Susan, maak je geen zorgen we lossen dit samen op'.
Zucht, verlichting. En dus weer tranen.
En Carolina en Roel zullen morgenmiddag voor Olivier zorgen, dus ik kan morgen toch met mijn moeder naar Rotterdam, zij het iets later.

Vrijdag:
Marion belt aan. Het is 6.45 en ze staat met haar man paraat om Nina mee te nemen naar Rotterdam. Nina is aangekleed, haar tas staat klaar en ze stapt in de auto. 'Tot straks mama'.
Als ik Olivier naar school heb gebracht ga ik tassen inpakken.
1 tas voor Olivier want hij blijft logeren.
2 tassen voor Nina want die gaat ná haar kuur waarschijnlijk meteen door naar het kamp in Friesland.
1 tas voor mij want ik slaap vannacht bij Nina.

Ons slaapplekje ziet er best gezellig uit als je 't mij vraagt! Op een 4 persoonskamer met driedubbel versierde infuuspalen.
's Nachts vind ik het minder gezellig. De vader van Nina's buurjongen snurkt zachtjes, maar 'nat'. Ik kan het niet anders verwoorden, maar het is geen droge snurk. Ik hoor vanalles meeborrelen tijdens elke snurk-ademhaling en hoezeer ik ook probeer om er níet op te letten... des te meer ga ik me erop focussen.
En als ik even in slaap lijk te vallen begint één van de vele infuuspalen te tuteren.
Tuut-snurrrrk-piep-zucht- piiieeeep- tuut-snurrrrrrk- enz.
Nina slaapt godzijdank overal doorheen. Haha, niet te geloven!

Zaterdag:
Olivier wordt om 9.30 geïnstalleerd bij de scouting. Omdat mijn moeder in het Ronald MC Donaldhuis kon logeren, is ze al om 7.45 in het ziekenhuis.

Ik stap ik de auto om bij Oliviers installatie te kunnen zijn. Nu is hij een échte bever, dat legendarische moment wil ik bijwonen. Het is hem natuurlijk niet opgevallen dat ik na een behoorlijk autoritje en met wallen onder mijn ogen tóch aanwezig ben.
De vanzelfsprekendheid dat ik er gewoon ben is eigenlijk prachtig. Ook wil ik Max nog graag even zien voordat hij met zijn vriendin naar Spanje vertrekt. We bedenken een leuke dag-invulling: eerst naar de bioscoop, daarna mini golf en aansluitend lekker wat eten op het terras.

Zondag:
In de ochtend voeg ik me weer bij Nina en mijn moeder. Het gaat wonderbaarlijk goed met Nina! Om 14.00 komt de verpleegkundige met de verlossende bloeduitslag. Nina mag á la minute vertrekken naar het zeilkamp!
Hopsa, infuus eruit. Kleren aan, make-up en pruik op en al zingend rijden we naar Friesland. Ik heb een potjepotjepotjevéééhééhéét....

Ik vraag Nina of ze het eigenlijk spannend vind. Ze kent tenslotte helemaal niemand op de plek waar ik haar zo achter ga laten. 'Spannend? Nee, juist leuk! Ik ga feesten!'
En ja, ik ken Nina, dat IS een feestbeest. Met haar knalroze flamingo huispak (wansie) zie ik haar al door de eetzaal stuiteren. Maar toch, jeetje. Helemaal alleen daar in de middle of nowhere. Wat is het toch een waanzinnig stoere meid!

Dinsdag:
Wat een rust. Ik heb vandaag op kantoor gewerkt en de hele dag simpele, meditatieve uitzoekwerkjes gedaan. Heerlijk! Mijn leidinggevende en ik kijken elkaar af en toe blij en tevreden aan. Wat een goed besluit, ik kom helemaal tot mezelf.
Aan het einde van mijn werkdag rijd ik daardoor sinds lange tijd helemaal ZEN naar huis. Mijmerend over Nina op haar zeilkamp en Max in Spanje. En dat ik zometeen ook alle tijd voor Olivier heb. Ik heb het goed voor elkaar en daar geniet ik van.
Plotseling ruik ik een brandlucht. Ik zie rook onder mijn motorkap vandaan komen en de adrenaline schiet door mijn lijf. Stoppen! Nadenken... gordel uit, snel uitstappen en het kannetje benzine wat in de kofferbak staat eruit halen. Want straks ontploft alles nog. Brrrr.
Ik sta te trillen op de stoep terwijl de cabine van mijn auto vol rook is. Overal rook. Ik wil 112 bellen maar het lukt me niet. Er zit een toegangscode op mijn telefoon en ik druk steeds met mijn trillende vingers op de verkeerde cijfers en dan weet ik weer niet hoe ik dat moet deleten...
Uiteindelijk lukt het me en krijg ik de brandweer aan de lijn. Binnen een minuut hoor ik de sirenes al aankomen. Jezus zeg, nu dit weer. Denk ik ook even ZEN te zijn. Ik kan er stiekem wel om lachen, het is toch bizar ook. Ik ben ontzettend blij dat ik niet met een ziek kind naar het ziekenhuis onderweg was...
Binnen no-time staat er iemand foto's te maken, staan er allerlei mensen omheen en is de brandweer bezig het vuurtje te doven.
Ik vraag een politie agent of ik nu geen boete krijg omdat het beperkt is gebleven tot en klein brandje maar dat er wel 5 brandweermannen en 2 agenten bezig zijn nu. Deze lacht vriendelijk en brengt me naar huis.
De agent zegt 'vroagt oew buurman mar of ie dees woagentje kan moake. Des die meens van de dafkes toch? Schôn woagentje hor, onze pa had er vruuger ok ene!'
... :-)
Nou ja, allesbehalve saai dus.


En met Nina gaat het goed. Ze appt me dat het zo leuk is daar, dat ze vrienden heeft gemaakt en het ontzettend naar haar zin heeft.
Max appt me foto's uit Spanje. Olivier is relaxed thuis en heeft even alle aandacht voor zichzelf.
En ik ga morgen met mijn lieve zusje even naar de planning kijken. Misschien kan zij deze achtbaan wél een beetje coördineren.