vrijdag 3 juni 2016

Nog steeds in het ziekenhuis

Nina's bloed mag (thuis) geen MTX chemo meer bevatten.
Dit kan namelijk erg schadelijk zijn voor haar nieren en ook tast deze chemo het slijmvlies in haar lichaam ernstig aan. Daarom moet Nina zo'n 4 liter vocht krijgen per dag, net zolang tot de MTX verdwenen is. En dat duurt in elk geval 24 uur.

Donderdag 2 juni
Nina verwacht vandaag naar huis te mogen. Er is 24 uur lang een enorme hoeveelheid vocht door het infuus naar binnen gedruppeld.
Om 15.30 gaat er een buisje met Nina's bloed voor onderzoek naar het laboratorium.  Zou de MTX al voldoende afgebroken zijn?
We liggen, hangen, zitten op de reeds ingepakte koffers en lopen ongeduldig heen en weer. De uitslag laat lang op zich wachten.
Om 21.30 krijgt Nina het nare bericht dat de spiegel in haar bloed nog te hoog is. Ze moet blijven!
Vraag me niet hoe en wat, maar het is 1,2 en moet 4.0 zijn.
Nina is boos en verdrietig.
Ze huilt 'ik heb heimwee, ik wil naar huis!'.
Oma blijft bij Nina en ik ga rond 22h met een rotgevoel naar huis.
Morgen moet ik immers werken.

Vrijdag 3 juni
In de ochtend is opnieuw een buisje bloed gevuld voor het laboratorium. De hoop huiswaarts te kunnen, verdwijnt opnieuw als sneeuw voor de zon nu blijkt dat de hoeveelheid MTX nog altijd te hoog is.
Die zou inmiddels 2.0 moeten zijn maar is 5.7.
Dit is een tegenvaller te veel! Nina is voor het eerst sinds de diagnose vréselijk boos en verdrietig. Ze schopt tegen haar bed en huilt hard.
'Stomme rotziekte, het is oneerlijk! 
Ik wil naar huis, ik heb heimwee, ik wil niet blijven!
Ik wil geen chemo en ik wil geen kanker! 
Die stomme dokters!'

Oma is erbij. En oma huilt ook.
Het verdriet wat altijd aanwezig is maar niet vaak de boventoon voert, komt er op zo'n moment gewoon uit. Ik heb het zelf natuurlijk ook zo nu en dan.
Op het moment dat iets me plotseling raakt en ik in tranen uitbarst, dan is het echt lastig om mijn verdriet onder controle te houden.

Toch, inventief als ze is, bedenkt mijn moeder een plan.
'Kom, tranen drogen. Je mag iemand kiezen, opa gaat die persoon ophalen. Zeg maar wie, dan maken we het gezellig hier!'
Aha, dát verandert de zaak..
Nina zou Nina niet zijn als ze hier niet meteen gebruik van zou maken.
Het betreft hier een gewone vriend hoor, maar wél bijzonder genoeg voor Nina om even haar best voor te doen :-)
Nina weet niet hoe snel ze zich moet douchen, make-uppen en omkleden.
Met infuuspaal en al vliegt ze de badkamer in.
Binnen 10 minuten zit er geen kaal, boos en verdrietig meisje meer.
Nee, er zit een blond, opgemaakt en vrolijk meisje. Tot grote vreugde van oma, artsen en verpleegkundigen. Iedereen komt er even van genieten!

Zelf zit ik even niet in die achtbaan. Ik ben thuis.
Gisterenavond laat thuis gekomen uit het ziekenhuis en ik kan niet meer tot mezelf komen.
Om half 7 ben ik al klaarwakker en ik sleep mezelf uit bed.
Moe, maar wakker. Ondanks het feit dat ik helemaal vrij ben om te gaan werken, ben ik totaal niet vooruit te branden...
Ik voel me werkelijk uitgeput, ik moet rusten bedenk ik me. Maar hoe rust ik nou uit, hoe kan ik me ontspannen in deze situatie?
Eigenlijk zou ik me ziek moeten melden. Ik ben niet in staat om een ander te ondersteunen.
Toch is er iets dat me tegenhoudt, ik wil niet. Ik ontken dat het vreselijk mis is, maar ons gewone leven is er niet meer. Ik heb een kind met kanker.
Halverwege de middag vertrek ik naar het ziekenhuis.

Vrijdagavond
Nina is inmiddels te moe om nog iets te zeggen, te moe om tv te kijken zelfs.
Zo enthousiast geweest en zo genoten!
Nina en haar bezoek keken samen film en aten pizza. Ze hebben ontzettend gelachen en eindeloos gekletst.
Maar de energie voorraad is schaars en nu iedereen weg is, valt Nina heerlijk voldaan in slaap, door alle piepende infuuspalen heen.
En ik sluit hiermee mijn verhaal af voor vandaag.
Morgen weer een poging, we komen een kéér thuis hoor!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten